Opleiding in levensechte omstandigheden met gebruik van gevaarlijke stoffen
Het doel was om aan de eerste intervenanten, die bij interventies waarbij CBRN-middelen (chemische, biologische, radiologische of nucleaire middelen) betrokken zijn, de competenties te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de analyse van een chemisch incident, de planning en de toepassing van een snel basisantwoord.
« Deze opleiding was heel leerzaam, wij hebben kunnen werken met echte chemische producten zoals Sarin, VX, mosterdgas of lewisiet. Het feit dat we met echte gevaarlijke Stoffen werkten, verhoogde onze concentratie en onze betrokkenheid bij elke oefening. » vertelt Olivier Quertinmont, luitenant bij de brandweerdienst van Eigenbrakel, enthousiast.
Gedurende deze week opleiding, hebben de deelnemers geleerd om de omvang van een chemisch incident te analyseren en te bepalen, om de aanwezigheid van chemische stoffen in de omgeving te herkennen en om de effecten van omgevingsfactoren zoals temperatuur, wind en vochtigheid op het gedrag van de chemische producten en op het aflezen van de instrumenten te bepalen.
Materieel voor chemische en radiologische interventies
Deze opleiding op de werkvloer heeft het tevens mogelijk gemaakt om na te gaan of de leden uit de verschillende hulpdiensten het tijdens chemische en radiologische interventies gebruikte materieel correct en op gecoördineerde wijze hanteerden.
« Wij gebruiken sommige van deze instrumenten reeds in onze diensten, maar deze toestellen zijn zo gevoelig dat zij ons soms op een dwaalspoor brengen door een verkeerd signaal te geven. Dit kan verklaard worden door de aanwezigheid van vervuilende stoffen die in de stad aanwezig zijn of stoffen in bepaalde producten zoals tandpasta of zeep bijvoorbeeld. Het klimaat kan de resultaten eveneens beïnvloeden. Het is dus vaak noodzakelijk om verschillende meetinstrumenten te gebruiken om een diagnose te bevestigen of te ontkrachten » legt Eddy Moulin, personeelslid bij de operationele eenheid van de civiele bescherming van Ghlin, uit.
Sommige deelnemers hadden eveneens hun eigen detectoren meegebracht die, na te zijn getest op stimulansen, positief zijn geëvalueerd.
« De volgende keer zullen wij instrumenten gebruiken die aan het einde van hun levensduur zijn om deze te testen op echte stoffen en om die dan te kunnen wegwerpen in geval van besmetting » besluit Eddy Moulin.
SOP « Eerstelijnsinterventie in aanwezigheid van gevaarlijke stoffen door de multifunctionele autopomp » gevalideerd!
In december 2012 werd een evaluatieoefening van de procedure « Eerstelijnsinterventie in aanwezigheid van gevaarlijke stoffen door de multifunctionele autopomp » georganiseerd bij brandweer Brussel. « Alle personen die tijdens deze evaluatie werden geraadpleegd, hebben de gegrondheid van deze procedure erkend. Ook bleken de elementen vermeld op de fiche gemakkelijk te begrijpen. Gezien de zeldzaamheid van dit soort interventie, was de invoering van een dergelijke procedure onontbeerlijk! » verklaart Philipe Filleul, commandant bij de brandweer van Eigenbrakel en auteur van de procedure.
Door in Tsjechië deel te nemen aan de opleiding met gebruik van gevaarlijke stoffen, wenste het KCCE bijkomende expertise te vinden en deze nieuwe standaard operatie procedure te testen. Tijdens deze opleiding is de procedure betrouwbaar gebleken.
De valideringscommissie heeft deze procedure vervolgens in april 2012 gevalideerd.
Deze procedure zal nog vóór de zomervakantie, onder de vorm van een reflexfiche, naar alle brandweerdiensten gestuurd worden, alsook naar alle burgemeesters.
Gedurende een jaar, dient deze procedure beschouwd te worden als een best practice. Tijdens deze periode worden de korpsen verzocht om hun feedback per e-mail over te maken aan het KCCE.
Op het einde van deze overgangsperiode zal de procedure « Eerstelijnsinterventie in aanwezigheid van gevaarlijke producten door de multifunctionele autopomp » van kracht worden als SOP.