Het beheer van het risico op natuurbranden: een versterkte coördinatie

Al meer dan tien jaar wordt het risico op natuurbranden met de nodige aandacht behandeld door de operationele diensten van de civiele bescherming. Een dergelijke gebeurtenis is namelijk zeer dynamisch: het hangt af van talrijke factoren die kunnen leiden tot een snelle verspreiding van het vuur over een groot gebied. Deze situaties vereisen de inzet van aanzienlijke middelen, zowel menselijk als materieel, afkomstig van verschillende entiteiten, wat een volledige samenwerking tussen de vele betrokken actoren op het terrein vereist. Deze coördinatie kan echter alleen effectief zijn als ze vooraf wordt gepland, door middel van voorafgaand overleg dat de krachten bundelt en een samenhangende interventie garandeert. .
Een versterkte en gestructureerde coördinatie
Deze samenwerking heeft zich vertaald in verschillende acties:
Het opstellen van een gestandaardiseerde operationele procedure om een uniforme en effectieve respons te garanderen.
- De aanschaf van gespecialiseerde bosbrandtankwagens door meerdere hulpverleningszones via een raamovereenkomst.
De opleiding van tientallen brandweerlieden in Frankrijk in bosbrandbestrijdingstechnieken, om de beste praktijken naar België te brengen en de gestandaardiseerde procedure te versterken.
De organisatie van oefeningen op lokaal niveau, tussen zones en tussen verschillende actoren, om de coördinatie op het terrein te optimaliseren.
Grond- en luchtmiddelen: een complementaire aanpak
Bij een natuurbrand blijven grondmiddelen prioritair, met een sterke nadruk op preventie. Ze kunnen echter worden versterkt door luchtmiddelen, die worden ingezet voor verkenning, brandbestrijding of het vervoer van personeel en materiaal. Dit aspect is geïntegreerd in de gestandaardiseerde procedure. .
In België is het risico op natuurbranden reëel, maar beperkter dan in Zuid-Europese landen. Daarom worden luchtmiddelen geleverd door de DAFA (luchtcomponent van de Federale Politie), die een essentiële rol speelt bij het bestrijden van deze rampen.
In "waterbommenwerper"-modus zijn de helikopters van de DAFA uitgerust met bambi buckets die worden geleverd door de Algemene Directie Civiele Veiligheid. Als er geen natuurlijke waterbron in de buurt beschikbaar is, beschikt de Civiele Bescherming over vier grote waterbassins (van 23.000 tot 50.000 liter). Deze bassins voldoen aan de eisen van de luchtmiddelen van het Europees mechanisme voor civiele bescherming (UCPM), waardoor indien nodig helikopters met een grotere capaciteit dan die van de DAFA kunnen worden ingezet.
Operationele inzet bij brand
Wanneer zich een natuurbrand voordoet, zijn de eerste minuten cruciaal en blijft grondaanval onder alle omstandigheden prioritair. Afhankelijk van de weersomstandigheden en de situatie ter plaatse kan de verantwoordelijke brandweerofficier rechtstreeks om luchtsteun van de DAFA vragen.
Als er geen gemakkelijk toegankelijke waterbron beschikbaar is, wordt onmiddellijk een beroep gedaan op de Civiele Bescherming om een bassin te leveren en te zorgen voor watervoorziening.
Een multidisciplinaire oefening onder realistische omstandigheden, georganiseerd op verzoek van de Civiele Bescherming twee jaar geleden, heeft aangetoond dat er behoefte is aan nieuwe bassins. Het doel is deze strategisch over het grondgebied te positioneren om de responstijd van blushelikopters te verbeteren.
De aanschaf van deze extra bassins is lopendegterwijl een gemengde werkgroep (brandweer - Civiele Bescherming) is opgericht om kwetsbare gebieden te identificeren waar toegang tot waterbronnen beperkt is. De eerste resultaten van deze studie worden tegen het einde van het jaar verwacht, waarna de bassins zullen worden gepositioneerd.
Naar versterking van luchtcapaciteiten
Ook wordt onderzocht hoe het aantal beschikbare helikopters kan worden verhoogd. De regering heeft zich ertoe verbonden om in haar actieprogramma de capaciteit van DAFA te versterken. In afwachting daarvan zorgt de Algemene Directie Civiele Bescherming ervoor dat middelen uit het Europees mechanisme voor civiele bescherming en bilaterale overeenkomsten met Nederland, Frankrijk en Duitsland kunnen worden gemobiliseerd om optimale luchtdekking te garanderen.
Een proces van voortdurende verbetering
De gestandaardiseerde procedure "Brand in natuurlijke omgeving" is een concreet voorbeeld van samenwerking tussen hulpverleningszones en andere actoren binnen civiele bescherming. Ze wordt regelmatig verbeterd dankzij lessen uit ervaringen op het terrein en multidisciplinaire oefeningen.
Preventie blijft echter een belangrijke uitdaging: er moeten meer preventiestrategieën worden ontwikkeld om schade – menselijk, economisch of ecologisch – te beperken. Dit werk wordt geleid door bevoegde regio's met ondersteuning van civiele beschermingsdiensten en is momenteel in ontwikkeling.